Ben je bekend met verbouwen, dan ben je bekend met gipsplaten. Het zijn stevige platen die bestaan uit verschillende lagen materiaal, waarvan het grootste gedeelte gips is. Je kunt de platen mooi strak afwerken zodat je een gladde muur of plafond krijgt. Wil jij gipsplaten gebruiken voor een plafond of wand? Zo doe je dat!
1. Maak het oppervlak klaar
Maak het oppervlak waar je de gipsplaten op wilt bevestigen klaar. Bij plafonds betekent dat meestal dat eerst het oude plafond eruit zal moeten. Bij wanden moet dat je de bestaande wand (als die er is) goed nalopen of er geen uitstekende schroeven zijn. Kijk ook of de wand stevig genoeg is.
2. Maak een houten frame
Gipsplaten worden altijd bevestigd op een houten frame van latten. Bij een bestaande wand worden deze verticaal op de muur gemonteerd, met een onderlinge afstand van 30 cm. Wil je een nieuwe wand maken van gipsplaten? Dan maak je het frame niet van dunne latten maar van stevige houten palen. Op het plafond moet je stevige balken of palen monteren met daartussen een framewerk van houten latten voor extra stevigheid. De betere bouwmarkt, zoals PontMeyer, heeft zowel gipsplaten als het bevestigingsmateriaal wat je nodig hebt.
3. Isolatie en bedrading regelen
Ga je de wand of het plafond isoleren? Dit is het juiste moment! Je kunt onder het framewerk bijvoorbeeld glaswol stoppen voor extra isolatie. Houd er rekening mee dat de situatie wel veilig wordt gemaakt. Je trekt nu ook de elektrische bedrading. Zorg dat het isolatiemateriaal niet in aanraking kan komen met blootliggend draad. Houd ook extra ruimte om lichtbronnen die warm worden, zoals spots. Als je hier isolatiemateriaal omheen legt kan er brandgevaar ontstaan omdat de warmte niet weg kan.
4. Gips op maat maken
Maak de gipsplaten op maat. De plaat komt nooit echt op de grond of tegen de zijwanden. Er moet minimaal 5 mm ruimte omheen zitten. Dat komt omdat de plaat nog wat kan veranderen in grootte, door het opnemen van vocht. Maak de gipsplaten netjes op maat zodat je meteen door kunt werken. Dit doe je door ze diep in te snijden met een stanleymes en ze af te breken.
5. Vastschroeven
Schroef de platen vast. Bij een gipsplaten wand doe je dit met maximaal 40 cm ruimte tussen de schroeven. Bij een plafond houd je een maximum van 25 cm aan. Dit voorkomt dat het plafond gaat doorzakken onder zijn eigen gewicht. Gebruik gipsplaatschroeven, deze zullen niet roesten en zijn erg geschikt voor het vastzetten van gipsplaten.
6. Voorbewerken
Strijk de naden dicht met vulmiddel. Doe dit ook met de randen rondom de gipsplaten. Laat het middel opdrogen en schuur dan tot de hele wand glad is. Vervolgens gebruik je een voorstrijk om de gipsplaten te bewerken. Deze voorstrijk is erg belangrijk! Gips neemt veel vocht op en kan dus niet zonder voorstrijk geschilderd of behangen worden.
7. Afwerken
Werk de wand of het plafond af. Je kunt na de voorstrijk er overheen schilderen met een muur- of plafondverf. Maar je kunt de wand ook behangen. Ook stucen is een goede optie om de wand of het plafond netjes af te werken. Zo krijg je een moderne en strakke look in huis.
Gipsplaten zijn een vrij gemakkelijk materiaal om mee te werken. Het is een klus die ook door minder ervaren klussers prima kan worden uitgevoerd. Het is wel verstandig om vooraf even goed te kijken hoe je het beste kunt werken. Ben jij handig in DIY-klussen? Dan maak jij gewoon zelf je plafond of wand van gipsplaten!