Ondervloeren

Voordat de nieuwe houten plankenvloer, het laminaat of het tapijt gelegd kan worden, is het belangrijk de ondervloer te inspecteren. Een goede ondervloer is de basis van een mooie topvloer. De eisen die aan de ondervloer worden gesteld zijn afhankelijk van de te leggen vloer. Zo vragen de meeste tapijten om ondertapijt, want dat zorgt voor extra bescherming en veerkracht waardoor het tapijt langer meegaat. Maar ongeacht de soort vloerbedekking, voor een goed resultaat is een egale ondervloer het allerbelangrijkst. Dus geen bobbels, deuken, gaten en andere oneffenheden, maar een gladde, egale ondervloer. Het egaliseren van een vloer is vaak nodig als voorbereiding op tegelen of het leggen van (laminaat) parket of tapijt. Om te weten hoeveel egalisatiemiddel u nodig hebt, meet u het vloeroppervlak met de rolmaat op. Per vierkante meter kunt u dan van ongeveer 3 kilo egalisatiemiddel uitgaan.

Voorbereiding
Ligt er een betonnen vloer, maak deze dan eerst droog en stofvrij. De diepere scheuren en gaten vult u op met zogenaamd snelcement. Maak de gaten en scheuren die u wilt vullen eerst nat voor u het snelcement aanbrengt. Dat zorgt ervoor dat de cement beter hecht aan de bestaande vloer. Let op: de naam zegt het al, dit snelcement hardt in enkele minuten uit. Maak het cement daarom steeds in kleine hoeveelheden aan. Smeer de vloer vervolgens in met voorstrijkmiddel. Dit vermindert de zuiging als u straks het egalisatiemiddel over de vloer uitgiet.

Aan het werk
Maak het egalisatiecement aan in de speciekuip (het is normaal dat de specie dun blijft). Roer het goed door met de mixer zodat er geen klontjes in zitten. Giet dan het egalisatiemiddel uit over de vloer. En denk eraan in banen te werken, zodat u steeds overal bij kunt! Het vloeibare cement zal vanzelf gelijkmatig uitvloeien. Met de plakspaan helpt u het uitvloeien een handje. Zorg ervoor dat ook alle hoekjes zijn opgevuld. U kunt gerust meerdere lagen egalisatiecement over elkaar aanbrengen, maar laat de voorgaande laag wel eerst goed drogen (24 uur). Maak het gereedschap na afloop wel direct schoon want na verloop van tijd gaat dat niet meer en kunt u het niet meer gebruiken.

Ligt er een houten vloer, verwijder dan eerst alle uitstekende spijkers en andere oneffenheden en zet verende vloerdelen met extra schroeven vast. Het is vaak, maar zeker bij een houten vloer, gebruikelijk een toplaag van spaanplaat (12 mm) aan te brengen. Beter (maar ook wat duurder) is het toepassen van multiplexplaten van 12 mm. Multiplex is namelijk minder gevoelig voor vocht. Leg deze platen dwars op de planken in halfsteens verband, zodat de naden niet recht onder elkaar liggen maar steeds verspringen. Schroef de platen om de 30 centimeter vast met verzonken spaanplaatschroeven (maat van de schroeven: 4 x 40 mm) ter plaatse van de balken onder de vloerplanken. Zorg dat de platen zoveel mogelijk zonder kieren worden gelegd. De kiertjes die niet te vermijden zijn vult u op met een elastisch blijvende kit. Strijk de verse kit glad met een plamuurmes die u regelmatig in een bakje zeepsop nat maakt. Dat laatste zorgt ervoor dat de kit niet hecht aan het plamuurmes. Houd de platen overigens rondom minstens 1 centimeter vrij van de muur zodat het hout kan werken en niet bol gaat staan als gevolg van.

Bron: Cires