Tapijt wordt gemaakt van verschillende soorten materialen en is verkrijgbaar in vele kleuren en structuren. De keuze in tapijtsoorten is dan ook enorm. Om aan de wisselende vraag van de consument en de veranderende interieur mode te kunnen voldoen worden steeds weer nieuwe ideen ontwikkeld. Met de structuur van het tapijt wordt bedoeld de vorm van het poolmateriaal, de dikte of fijnheid ervan en de pooldichtheid. De belangrijkste tapijtstructuren zijn:
Bouclé (lussenpool of loop-pile)
Hierbij wordt het poolmateriaal gevormd door poollussen die van gelijke of ongelijke hoogte zijn. Indien de poollussen een ongelijke hoogte hebben spreken we van een hoog/laag structuur.
Geschoren bouclé (tip-sheared)
Een lussenpooltapijt met een hoog/laag structuur waarvan bij de hoge lussen de top is afgesneden. Hierdoor ontstaat een afwisselend patroon van polen.
Moquette (gesneden pool of cut-pile)
Bij dit tapijt zijn alle poollussen tijdens het weven of tuften doorgesneden.
Frisé
Bij een friséstructuur zijn de polen eveneens doorgesneden maar is het tapijtgaren in elkaar gedraaid (getwijnd). In tegenstelling tot de moquettestructuur, is bij frisé vrijwel iedere pool afzonderlijk van de andere pool te onderscheiden waardoor het een levendige oppervlaktestructuur krijgt.
Saxony
Saxony is een frisé-tapijt, maar dan met langere polen. Het ziet er daardoor wat minder compact uit. Door de hoge polen heeft het een luxueuze uitstraling.
Shag of semi-shag
Wanneer men de polen nog langer maakt en de pooldichtheid gering blijft, zullen polen omvallen. Het tapijtoppervlak dat als gevolg hiervan ontstaat wordt shagstructuur genoemd en heeft een warrige en speelse uitstraling. Shag tapijt heeft langere polen dan semi-shag.
Velours
In principe is een velourstapijt een moquette tapijt met een lage poolhoogte en dicht op elkaar gezette polen. Het garen is gemaakt van fijn vezelmateriaal, waardoor het tapijtoppervlak gekenmerkt wordt door een fluweelzacht en glad oppervlak.